Een heerlijke dag

Mijn stoute schoenen stonden al een poosje klaar. Maar vóór ik daar in zou stappen, had ik nog het een en ’t ander te overwinnen. Mijn angst om achter het stuur in slaap te vallen, bijvoorbeeld. Zeker als de zon schijnt vraagt het soms het uiterste van mijn concentratie om mijn blik alert op de weg vóór mij gericht te houden. Maar ook regen schrikt mij af. Als het bij bakken uit de hemel valt, verandert een autoweg alras in een glijbaan en verdrinken de witte bakens die me op het rechte pad moeten houden in de plassen. Kramp in de tenen of een slapend been kan behoorlijk enerverend zijn. En dan zwijg ik nog over de camions, die grote mastodonten die o zo dikwijls als het hen uitkomt zonder verpinken naar links uitwijken. Ik heb ogen te kort, ik heb er namelijk maar twee.

Ik roep mezelf tot de orde, ik lijk wel een neurotische tachtigjarige, en verstrek mezelf de nodige inwendige peptalk. Ik negeer mijn GPS die me steevast naar een andere oprit stuurt. Met een half oog – anderhalf hou ik op de baan – bestudeer ik de afgeprinte route en merk tot mijn groot ongenoegen dat ik al enkele flitspalen aan ruim honderd per uur gepasseerd ben. Als daar maar geen vodden van komen!

De aanwijzingen beginnen maar te tellen vanaf het grote groene dak van het Sportpaleis, dat is dus nog vijftig kilometer te vroeg. Aan de windmolens ter hoogte van Kruibeke krijg ik het gevoel toch al aardig te zijn opgeschoten. Na de tunnel hou ik links aan op de ring, naar het Noorden, dat is ver weg van de aangekondigde onweders in het oosten, hoop ik. De geschreven richtlijnen blijken veel accurater dan de gesprokene van de navigatormadame. Vooral het rechts voorsorteren maar toch rechtdoor langs de treurwilg rijden, heeft me behoed voor vele kilometers omweg. Door een bos, over een eenzame verkeersdrempel, de derde zijstraat in, bereik ik mijn bestemming. Dat denk ik toch, aan de geparkeerde auto’s te zien is hier toch een feestje aan de gang. Wat is het hier rustig en groen! Maar ik sta blijkbaar bij de buren…

Wanneer ik de lange overschaduwde oprit opwandel krijg ik kriebels. In mijn buik zowaar! Ik sta op het punt mijn entrée te maken bij mij totaal onbekende mensen, althans van gezicht. Een blonde nimf met springerige, ondeugende lokken met aan haar zijde een warmogige Moose, heten me hartelijk welkom.

Eén van mijn ondeugden is te laat komen en dat is nu niet anders. Ik tel nog dertien gasten. Het duizelt me bij alle nick-, voor- en blognamen, die haal ik straks vast door elkaar, temeer daar we nog lang niet voltallig zijn.

We konden de dagen voordien de voorbereidselen bijna in real-time volgen. Alle beschikbare mannen, groot en klein, waren indertijd ingezet om de hardnekkige grootbladige bamboe een kopje kleiner te maken. De beloofde zandbak waarvoor ik mijn “ponderkes” meebracht, is niet meer. Er ligt nu een gestroomlijnd terras van grote houten tegels, zestien vierkante meter ruim. Niet te geloven, hoe kan je dat in den donker zo kaarsrecht leggen! Bovendien is het zo groot als mijn voormalige living in mijn arbeidershuisje! Daarop troont een tot buffet omgeturnde pingpongtafel met een keure aan lekkernijen. Een lumineus idee voor mijn toekomstige feestjes – zo komt het er misschien ooit van – om iedereen zijn proviand te laten meenemen… dat is méér en béter dan ik zelf kan bekokstoven! Chips, nootjes, groenten, dipsausjes, heerlijke kazen, zelfs Pata Grega mmm, pasta-, tarwe-, couscous- en Waldorfslaatjes, vlees op stokjes, sandwiches, warme pasta, brood, taarten in alle soorten en maten, het stond allemaal feestelijk uitgestald. Moose en Zap zorgden voor een waaier aan drankjes, van wijn, water en softdrinks tot een groen, wellicht verraderlijk, in elkaar geknutseld tongstrelend goedje, dat ik eerst voor muntsiroop hield. Het doet me nu nog watertanden en verdorie waarom heb ik me toch onthouden van de zoete lekkernijen!

Ik had me neergevlijd in een solide teakhouten tuinzetel, een ander was met zijn klapstoel gekapseisd, naar ik dacht om het gazon aan een nader onderzoek te onderwerpen. Of was het om stekedingen te verjagen? Die waren er namelijk in groten getale, we werden ervoor gewaarschuwd en mijn inderhaast aangeschafte stick waarmee ik mijn ledematen had ingewreven hield hen helaas niet op afstand. Nochtans flakkerden de citroenkaarsjes dat het een lieve lust was maar ook de wijfjesmuggen fladderden wellustig rond mijn aangezicht. Pas de volgende dag zou ik me onnozel krabben.

Ongemerkt was de zon ondergegaan en liet de kilte zich voelen. Er werd me een deken geoffreerd, helemaal alleen voor mij! Heerlijk! Maar het werd wel wat ingewikkelder om van mijn glas te nippen.

Ik was gemakkelijk te overhalen om de boekenschat te monsteren, neen… ik diende deze niet alfabetisch te rangschikken! Opmerkelijk, heel wat titels staan ook in mijn kasten en een aantal onbekende noteerde ik voor een volgend bezoek aan de bib.

Er werd wat afgekletst die dag en wat me opviel was dat ieder was zoals hij schreef. Ik genoot met volle teugen, op mijn manier, kijkend en luisterend.

Ik mocht zelfs blijven slapen, maar ik moest de volgende dag spinazie maken voor dochterlief, grapte ik. Met een licht gemoed en zonder schriftelijke handleiding keerde ik gezwind via onbekende wegeltjes huiswaarts. Gelukkig was de madam van de GPS nog wakker en werd mijn avontuur in goede banen geleid.

Zap en Moose, bedankt voor deze heerlijke, honderd procent geslaagde dag.

Ik wil het graag nog eens overdoen!

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Vriendschap

Plaats een reactie